Het jaar 2020 zal door iedereen herinnerd worden als het jaar waar niets vanzelfsprekend was en ons dagelijkse leven beheerst werd door COVID-19. Voor ons kwam er dan nog eens bovenop, dat dit het jaar werd, waarin we onze trouwe vriend Mavro hebben moeten afgeven. In drie weken tijd, gereduceerd van een perfect gezonde hond, tot een hoopje ellende. Een auto-immune ziekte zo bleek achteraf, getriggerd door iets, waar we waarschijnlijk nooit achter zullen komen. Bij Mavro hadden we altijd het idee dat het een oude rakker ging worden, maar het lot besliste daar jammer genoeg anders over. 2020 vond hij het welletjes geweest en heeft hij zijn laatste grote reis aangevat. Geniet van je reis trouwe vriend, we zullen je super missen.
Ook onze reisplannen zouden een andere wending krijgen door COVID-19, we hadden Noorwegen op het programma staan, maar al snel werd duidelijk, dat dit geen haalbare kaart werd. Alternatieven waren schaars, maar Frankrijk behoorde tot de mogelijkheden, ook al kleurde het land langzaamaan van groen naar oranje en in sommige regio's zelfs rood. We zijn toch vertrokken en hebben er uiteindelijk drie weken in rondgetoerd, genoten van het landschap, de soms intensieve wandelingen, de mooie plaatsen bij de wijnboer en bovenal de rust en het samen onderweg zijn. Dit nemen ze ons alweer niet meer af, COVID of niet.
In Luxemburg werd de diesel- en drankvoorraad nog eens aangevuld en trokken we via de Jura, richting Franse Alpen.
Frankrijk, het was ondertussen al meer dan 11 jaar geleden dat we er nog eens van een vakantie genoten hadden. Mavro was er omwille van zijn ras niet echt welkom en daarom reden we er op onze reizen richting Marokko, altijd zo snel mogelijk door. Nu hadden we dus iets meer tijd, ook al hadden we het liever om een andere reden gezien.
Auberge 'Lys Blanc', een kleine kaasboerderij in de Franse Voor-Alpen. Hier staan we midden tussen het vee en worden we 's morgens al heel vroeg uit de veren gehaald door het geklingel van de koebellen. Hier doen we onze eerste bergwandeling tot op een kleine 2000m en kunnen we in de verte zelfs de Mont Blanc al zien liggen.
Bij terugkomst kopen we nog een paar stukjes hoevekaas waarna we, via de Col de la Colombière, tot aan onze volgende overnachtingsplaats rijden.
Col de la Colombière, geen onbekende voor de wielerfanaten. Binnen enkele dagen passeert ook hier weer de tour. Het traject wordt op sommige plaatsen al afgeschermd met nadarhekken om te voorkomen dat er zich campers zouden settelen. Omwille van COVID is het immers een atypische tour geworden, zonder het grote publiek. Wij zijn hier om de bergen al wandelend te bedwingen en dat gaan we geweten hebben. Het initiële plan was om tot aan een klein meertje te wandelen, maar omdat we daar al vrij vroeg in de middag arriveerden, besloten we om er nog een 'kleine' lus aan toe te voegen. Het eerste stuk was nog best oké, maar al snel werd het parcours zeer technisch met los gesteente en een hellingsgraad om U tegen te zeggen. Het kost ons uiteindelijk zeven uur om de lus af te werken. Onze watervoorraad was maar voorzien voor een paar uurtjes, we moeten jullie dan ook niet uitleggen, dat het biertje bij terugkomst, hemels smaakte.
Arcanière, een rustig plaatsje naast de D218b, wordt onze volgende stopplaats. Hier doen we het kalm aan, genieten van de zon en bekomen we van onze inspanningen van gisteren. 's Morgens worden we gewekt door voorbij scheurende oldtimers, die hier onderweg zijn voor één of ander evenement. Na een paar bolides op film vastgelegd te hebben, doen we nog een kleine wandeling. Zo kunnen de spieren terug wat loskomen.
Hauteluce, hier doen we een kleine tussenstop, kopen een broodje, om dan via de Col de Roselend door te rijden tot Les Chapieux. Een rustige camperplaats, gelegen aan één van de réfuges, die gebruikt worden bij de Tour du Mont Blanc. Dit is een lange meerdaagse afstandswandeling doorheen het Mont Blanc Massief. 's Avonds doen we een kleine verkenning in de buurt en genieten we van het uitzicht op de Mont Blanc.
In één van de vele haarspeldbochten richting de Col de l'Iseran (2770m), vinden we net voorbij Val d'Isère, een mooie overnachtingsplaats. De Col is ook zeer geliefd bij wielerfanaten, die zich al kreunend en puffend, een weg naar boven banen. Wij trekken onze wandelschoenen nog eens aan en wandelen richting Refuge du Prariond. Langsheen de route komen we meerdere marmotten tegen. Die weten precies maar al te goed, dat ze van ons niets te vrezen hebben. Sommigen poseren dan ook gewillig op de foto. In de refuge laten we ons een kaasplankje van het huis smaken.
De tocht vanaf Col de l’Iseran naar Bonneval-sur-Arc is prachtig, je rijdt er door een adembenemend berglandschap inclusief mooie watervalletjes en alpenweides. In Bonneval zijn de huizen bijna compleet uit leisteen vervaardigd, zelfs de daken zijn bedekt met enorme leistenen. Dat geeft het dorp een heel eigen karakter en sfeer.
In Lanslevillard zoeken we een kleine camping omdat onze waszak stilaan begint vol te geraken. Terwijl de wasmachine zijn werk doet en de heerlijke herfstzon de rest, vullen wij de tijd met BBQ-en, broodjes bakken, lezen en vooral genieten van de rust. Dit kan je wel letterlijk nemen op deze camping want we zijn, buiten een aantal vaste bewoners, de enige gasten. Eind september gaat hier ook alles definitief dicht tot aan de start van het winterseizoen. Wij verblijven er uiteindelijk een drietal dagen staan.
Van hieruit rijden we dan via Italië, richting Briançon. Daar vullen we onze voorraden nog eens aan bij de plaatselijke Carrefour, waarna we doorrijden tot Névache. Hier hadden we 11 jaar geleden ook al eens gestaan, maar in de tussentijd is blijkbaar heel veel veranderd. De parking van toen is herleidt tot een koeienwei en met heel veel moeite slagen we erin het restaurantje terug te vinden, waar we toen die heerlijke kaasfondue gegeten hadden. Jammer genoeg staat het vandaag niet meer op het menu.
Dit is meteen ook het meest zuidelijke puntje van onze trip. Voor de terugweg kiezen we een meer centralere route. We doen nog een mooie passage over de Galibier, stoppen in La Charmette voor Les Sculpture sur Paille et Foin te bewonderen, waarna we onze bolide parkeren op het wijndomein Le caveau bugiste vongnes. Hier doen we een kleine proeverij en verkennen de omgeving te voet.
Beaujolais, een wijnstreek die deel uitmaakt van de Bourgogne en daar de meest zuidelijke regio van is. Door dit deel van Frankrijk waren we nog nooit gereden, onterecht zo bleek, want het is zeker de moeite waard. Licht heuvelachtig landschap bezaaid met kleine dorpjes en wijndomeinen. We vinden er een mooi plaatsje in Chiroubles, op het wijngoed Pissot. Er is net een groot familiefeest aan de gang, maar de eigenares komt ons vertellen, dat we na het avondeten, meer dan welkom zijn om hun wijnen te proeven. Deze zijn verrassend lekker, heel fruitig en licht van smaak. Er zit niets anders op dan onze voorraad nog eens aan te vullen :-).
De dag daarna doen we nog een pittige wandeling naar het dorp.
Nu gaat het gestaag richting het noorden. We doen nog een tussenstop in Écuisses en in Chaource. Twee rustige camperplaatsen in de al even rustige dorpjes.
Onze laatste overnachting doen we op de camping Le Samaritaine, in het plaatsje Bar-Lès-Buzancy. We doen nog een kleine omweg via Luxemburg waar we onze dieseltanks vol gooien en hiermee zit onze trip doorheen Frankrijk er officieel op. We zijn tevreden dat we in deze sombere COVID-tijden, toch de kans gehad hebben, om een kleine trip met onze 911 te doen. De COVID-kaarten in Europa kleuren weer stilaan dieprood en het is maar de vraag, wanneer we er terug op uit kunnen trekken. Laten we hopen dat deze pandemie niet meer al te lang duurt en we weer zorgeloos kunnen reizen.